Investeren in je eigen competenties is de beste investering die je kunt doen als het aankomt op financiële zekerheid. Het leren van nieuwe skills en meegaan met de nieuwe technologische ontwikkelingen zorgt voor meer autonomie in je werk en grip op het leven. NRTO-directeur Ria van ’t Klooster, van de branchevereniging van trainingsbureaus en opleidingsinstituten, pleit voor een persoonlijk opleidingsbudget voor werknemers en zzp’ers.
Begin dit jaar kwam een WRR-rapport uit met de titel ‘Het betere werk’. Hierin doet het adviesorgaan van de regering aanbevelingen om de grip op geld, werk en leven te vergroten voor iedereen die werkt of wil werken. Het rapport heeft ten onrechte weinig aandacht gekregen, stelt NRTO-directeur Ria van ’t Klooster.
Investeren in jezelf
Van ’t Klooster benadrukt het belang van aan je eigen competenties werken. “Blijf je investeren in jezelf, dan blijf je grip op je leven houden en grip op je geld, omdat je meer kans hebt om je eigen inkomen te verwerven. De belangrijkste zekerheid in je leven zijn je eigen competenties. Alles begint met een goede startkwalificatie. Dat je een diploma hebt waarmee je de arbeidsmarkt kunt betreden. Heb je dat niet, dan zit je al heel snel in de verkeerde statistieken.”
Van ’t Klooster is van mening dat we op een andere manier naar scholing moet kijken. “Mensen zijn nu nog te veel afhankelijk van de eigen werkgever, of die in jouw wil investeren.” Als het aan haar ligt, komen er persoonlijke opleidingsbudgetten, die werkenden zelf kunnen besteden. “Een medewerker moet zelf kunnen sparen voor het volgen van een training of opleiding. Dan heeft hij het gevoel dat het van hemzelf is. Dan kun je investeren in jezelf en het geld besteden bij die opleider of school waarvan je denkt dat je daar je competenties kunt aanvullen.”
Online versus klassikaal
Nieuwe technologie heeft gevolgen voor de kwaliteit van het werk. Om mee te kunnen blijven doen, is het belangrijk dat je op de hoogte blijft van de ontwikkelingen in je eigen vakgebied, benadrukt Van ’t Klooster. “Nieuwe technologieën voelen misschien bedreigend, maar bieden ook mogelijkheden of kunnen het werk verlichten. Denk bijvoorbeeld aan een online taaltraining. Als docent kun je precies zien waar een cursist tegenaan loopt. Die kennis kun je gebruiken om iemand op maat vooruit te helpen.”
Door de coronamaatregelen zijn e-learning en online leren in een stroomversnelling belandt. Van ’t Klooster benadrukt dat klassikaal onderwijs nooit volledig kan worden vervangen. “Kennisoverdracht en oefeningen kun je prima online doen. Maar praktische vakkennis doe je vooral ook op door van elkaar te leren, door directe feedback te krijgen op je handelen. Dat geldt zeker voor praktijkonderwijs. Je moet niet denken dat je een verpleegkundige aan je bed krijgt die alleen online les heeft gehad.” Er is nog een ander punt: “Als je jong bent heb je de structuur van een klaslokaal nodig voor je sociale ontwikkeling.”
Op-, bij- en omscholen
De coronacrisis en innovaties in de industrie zorgen voor baanonzekerheid en -verlies. “Grip op je werk vergroot het grip op je geld en je leven. Daarom is een persoonlijk opleidingsbudget nodig. Dat geldt óók voor zzp’ers,” benadrukt Van ’t Klooster. “Juist zzp’ers moeten zich blijven ontwikkelen en in zichzelf blijven investeren.”
Sociale vaardigheden
“McKinsey heeft een analyse gemaakt van beroepen in 2030. Sociale vaardigheden maken het verschil. Daarin moet je blijven investeren. Competenties als samenwerken, probleemoplossend vermogen en creativiteit en je collega’s weten mee te nemen in je verhaal, worden alleen maar belangrijker,” benadrukt Van ’t Klooster. “En de wereld wordt mondialer. Je moet je nog beter kunnen verplaatsen in andere culturen.”